Begrippenlijst voorraad

Lijst met veel voorkomende begrippen op het gebied van magazijnbeheer, voorraadbeheer, WMS en voorraad.

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

A – begrippen

ABC-analyse

Methode om goederen in te delen op basis van hun impact op voorraadkosten.

  • A-producten: Hoogwaardige, winstgevende artikelen.
  • B-producten: Middelmatig belangrijke artikelen.
  • C-producten: Lage waarde, maar hoge omloopsnelheid.

Advanced Shipping Notice (ASN)

Elektronische melding van een leverancier over een aankomende zending.

AS/RS (Automated Storage and Retrieval System)

Geautomatiseerd opslagsysteem dat goederen zonder menselijke tussenkomst opslaat en ophaalt.

Automated Picking (Geautomatiseerd Orderpicken)

Een technologiegedreven orderverzamelstrategie waarbij machines, robots, of andere geautomatiseerde systemen het pickproces uitvoeren.

Available to Promise (ATP)/Voorraad potentieel

Hoeveelheid voorraad die beschikbaar is voor nieuwe bestellingen, rekening houdend met bestaande orders.

B – begrippen

Backorder

Hoeveelheid voorraad die beschikbaar is voor nieuwe bestellingen, rekening houdend met bestaande orders.

Barcode scanning

Technologie voor het identificeren en registreren van producten met een barcode.

Barcodescanner (RF terminal)

Een apparaat dat wordt gebruikt om barcodes te scannen en de informatie die hierin is gecodeerd over te brengen naar een centraal systeem, zoals een Warehouse Management System (WMS). Een RF terminal (Radio Frequency terminal) is een mobiele, draadloze scanner die gebruik maakt van radiofrequentie om direct gegevens naar het WMS te zenden. Dit apparaat wordt veel gebruikt in magazijnen voor het scannen van producten, het verifiëren van locaties en het up-to-date houden van voorraadniveaus

Batchnummer

Een unieke identificatiecode voor een groep producten die in dezelfde productie-run zijn gemaakt. Hiermee kunnen bedrijven snel batches traceren bij kwaliteitscontroles of productrecalls.

Batch picking

Het verzamelen van meerdere orders tegelijk om efficiënter te werken.

Beginvoorraad

De waarde van goederen aan het begin van een boekingsperiode.

Best passende voorraad (Best fit)

Methode waarbij de eerste uit voorraad gaat op basis van best passende voorraaditem wat betreft de hoeveelheid. Dit voorkomt voorraad van verschillende locaties pakken als dat ook van één locatie kan.

Bijbestelpunt

De minimale voorraad waarbij een nieuwe bestelling wordt geplaatst om tekorten te voorkomen.

Bulkvoorraad

Grote hoeveelheden van een product die samen worden opgeslagen voordat ze worden opgesplitst in kleinere eenheden.

Bundels (kits)

Meerdere producten die samen worden verkocht als één SKU.

C – begrippen

Cross-docking

Een logistieke methode waarbij inkomende goederen direct naar uitgaande zendingen worden verplaatst, zonder opslag.

Cluster picking

Cluster picking is een orderverzamelstrategie waarbij een picker meerdere orders tegelijk verzamelt, maar in tegenstelling tot batchpicking, worden de producten direct gesorteerd per order tijdens het pickproces.

COGS (Cost Of Goods Sold)

Kosten van verkochte goederen, inclusief inkoop, productie en arbeid.

Cycle counting

Regelmatige steekproefsgewijze voorraadtellingen ter vervanging van jaarlijkse inventarisaties.

D – begrippen

Dagen uitstaande voorraad (Days Inventory Outstanding – DIO)

Hoe lang voorraad gemiddeld blijft liggen voordat deze wordt verkocht.

Discrete picking (Orderpicking per order)

Een eenvoudige en traditionele methode waarbij een orderpicker één complete order tegelijk verzamelt. De picker loopt door het magazijn en pakt alle benodigde artikelen voor die specifieke order, voordat hij doorgaat naar de volgende order.

Dode voorraad/Dead stock

Een eenvoudige en traditionele methode waarbij een orderpicker één complete order tegelijk verzamelt. De picker loopt door het magazijn en pakt alle benodigde artikelen voor die specifieke order, voordat hij doorgaat naar de volgende order.

Doorlooptijd

Producten die lange tijd niet verkocht zijn en waarschijnlijk niet meer bruikbaar zijn.

Drop shipping

Een verkoopmodel waarbij de leverancier het product direct naar de klant stuurt, zonder tussenkomst van de retailer.

E – begrippen

EDI (Electronic Data Interchange)

Elektronische uitwisseling van bedrijfsdocumenten zoals orders en facturen volgens een afgesproken protocol.

Eindvoorraad

De waarde van goederen aan het einde van een boekingsperiode.

EOQ (Economic Order Quantity)

Een formule om de kostentechnische optimale bestelhoeveelheid te berekenen.

ERP (Enterprise Resource Planning)

Software die verschillende bedrijfsprocessen, zoals voorraadbeheer en financiën, integreert.

F – begrippen

FEFO (First-Expired, First-Out)

Methode waarbij producten met de kortste houdbaarheidsdatum als eerste worden verkocht.

FIFO (First-In, First-Out)

Methode waarbij de oudste voorraad als eerste wordt verkocht.

First out strategie

De voorraad ‘First-Out-Strategie’ FIFO/LIFO/FEFO/BEST-FIT. Binnen de groep van beschikbare voorraaditems selecteert webstock het best passende voorraaditem wat betreft de hoeveelheid. Deze optie kan per artikel overschreven worden in de instellingen in het assortiment.

Fourth-Party Logistics (4PL)

Een bedrijf dat de volledige supply chain beheert en optimaliseert.

G – begrippen

GTIN (Global Trade Item Number)

Unieke productidentificatiecode, zoals EAN of UPC.

Grijpvoorraad (Pick Face Inventory)

Direct toegankelijke voorraad op een picklocatie.

H – begrippen

I – begrippen

Inbound logistics

Het proces van het ontvangen en opslaan van inkomende goederen.

Inventory accuracy

Hoe goed de fysieke voorraad overeenkomt met de administratie.

Inzamellijst (Picklist)

Een lijst die wordt gebruikt in magazijnen om aan te geven welke artikelen uit de voorraad moeten worden verzameld voor een klantorder. De inzamellijst bevat meestal een overzicht van de artikelen, hun hoeveelheden en de locatie (zoals magazijnnummers of opslaglocaties) waar deze artikelen zich bevinden.

J – begrippen

JIT (Just-In-Time)

Een voorraadstrategie waarbij goederen precies op het juiste moment worden aangeleverd, om opslagkosten te minimaliseren.

K – begrippen

Kanban-systeem

Methode waarbij productie en bevoorrading plaatsvinden op basis van de daadwerkelijke vraag d.m.v. kaartjes op de artikelbakken.

Kitting

Het samenstellen van meerdere losse items tot een set die als één SKU wordt verkocht.

L – begrippen

Last-In, First-Out (LIFO)

Methode waarbij de nieuwste voorraad als eerste wordt verkocht.

Lead time (Levertijd)

De tijd tussen het plaatsen van een bestelling en de ontvangst van goederen.

Load balancing

Het efficiënt verdelen van werk over orderpickers of magazijnzones.

Lotnummer

Vergelijkbaar met een batchnummer, maar specifieker gericht op producttracering. Lotnummers worden vaak gebruikt in sectoren zoals de farmaceutische industrie en voedingsmiddelen om herkomst en houdbaarheid te monitoren.

Lot/Batch tracking

Het bijhouden van batch- of lotnummers voor producttracering en kwaliteitscontrole.

M – begrippen

Magazijnlayout

De fysieke indeling van opslagruimtes, stellingen en looproutes.

Materiaalbehoefteplanning (MBP/MRP – Material Requirements Planning)

Een systeem om grondstoffen en onderdelen te plannen op basis van productiebehoeften.

N – begrippen

O – begrippen

Omloopsnelheid (Inventory Turnover)

Hoe vaak de voorraad binnen een bepaalde periode volledig wordt verkocht en vervangen.

Opslaglocatie

Een specifieke plaats binnen het magazijn waar goederen of producten worden opgeslagen. Dit kan verwijzen naar een palletplek op een stelling, een vak in een rek, of een bin in een magazijn. In een WMS wordt de opslaglocatie gebruikt om de voorraad nauwkeurig te beheren en te lokaliseren voor efficiënte picking, verplaatsing en voorraadbeheer.

Optimale voorraadhoogte

De voorraadhoeveelheid die de kosten minimaliseert en tegelijkertijd de vraag dekt.

Order picking

Het verzamelen van artikelen uit het magazijn voor een bestelling.

Orderverwerking (Order Fulfillment)

Het volledige proces van orderontvangst tot verzending.

Orderverzamelstrategieën

Verschillende methoden om orders efficiënt te verzamelen in een magazijn. De keuze voor een strategie hangt af van factoren zoals ordervolume, magazijnindeling en de beschikbare technologie. Hier zijn de belangrijkste strategieën: Discrete picking (Orderpicking per order), Batch picking, Zone picking, Wave picking, Cluster picking, Automated picking.

Outbound logistics

De processen die nodig zijn om producten van het magazijn naar de klant te krijgen.

Overselling

Het verkopen van meer producten dan er op voorraad zijn, wat kan leiden tot vertragingen en ontevreden klanten.

P – begrippen

Pakbon

Een document dat wordt gebruikt om de inhoud van een zending of bestelling te specificeren. De pakbon bevat gedetailleerde informatie over de artikelen die in een zending zitten, zoals productcodes, hoeveelheden, en een beschrijving van de producten. Dit document wordt vaak bijgevoegd bij de verzending of levering en wordt gebruikt door zowel de verzender als de ontvanger om te verifiëren of de juiste producten en hoeveelheden zijn geleverd. De pakbon is een belangrijk document voor het controleren van de levering en het afhandelen van retourzendingen of geschillen.

Pallet opslag

Het opslaan van producten op pallets in plaats van losse opslag.

Pallet-ID

Een unieke identificatiecode die wordt toegekend aan een pallet om deze te traceren en te beheren binnen een magazijn. De pallet-ID wordt vaak gebruikt in WMS-systemen om de locatie, inhoud en status van de pallet te volgen. Het kan een barcode, RFID-tag of een alfanumerieke code zijn die gekoppeld is aan een specifieke pallet, zodat deze gemakkelijk kan worden geïdentificeerd en verplaatst tijdens het magazijnbeheerproces.

Pipeline-voorraad

Goederen die onderweg zijn in de supply chain.

Pick-to-light

Een systeem waarbij LED-verlichting orderpickers begeleidt naar de juiste producten.

Pickingfout

Wanneer een verkeerd artikel wordt gepickt en geleverd.

Pickvoorraad

Het deel van de totale voorraad dat direct beschikbaar is voor orderpicking. Deze voorraad wordt op een strategische locatie in het magazijn geplaatst, zodat orderpickers snel en efficiënt producten kunnen verzamelen zonder dat ze de bulkvoorraad hoeven aan te breken.

Productieorder

Een formeel document of opdracht die wordt gebruikt om de productie van een specifiek aantal eenheden van een product te initiëren. Het bevat gedetailleerde informatie over het product, de benodigde grondstoffen, toegewezen middelen, en de verwachte productietijd. Productieorders worden veelal gebruikt in productieomgevingen om de productieplanning en -uitvoering te coördineren, en zorgen voor een efficiënte inzet van middelen zoals arbeid, materialen en machines.

Productierecept

Een gedetailleerd document dat de specifieke samenstelling van ingrediënten, grondstoffen of materialen en de benodigde hoeveelheden beschrijft voor het vervaardigen van een product. Het fungeert als basis voor het opstellen van een productieorder en wordt gebruikt in productieomgevingen waar nauwkeurige hoeveelheden en een vaste volgorde van verwerking vereist zijn, zoals in de voedselindustrie, chemie of farmaceutische productie.

Put-away

Het proces van het opslaan van binnenkomende goederen op de juiste locatie.

Q – begrippen

R – begrippen

Real-time voorraadbeheer

Een systeem waarbij voorraadupdates direct worden verwerkt.

Reverse logistics

Het retourproces van producten, inclusief recycling en hergebruik.

RFID (Radio Frequency Identification) tag

Een technologie waarmee producten draadloos kunnen worden geïdentificeerd en gevolgd via radiosignalen. RFID-tags maken geautomatiseerde tracking en snelle voorraadupdates mogelijk zonder handmatige barcode-scanning.

S – begrippen

Safety stock (Veiligheidsvoorraad)

Een technologie waarmee producten draadloos kunnen worden geïdentificeerd en gevolgd via radiosignalen. RFID-tags maken geautomatiseerde tracking en snelle voorraadupdates mogelijk zonder handmatige barcode-scanning.

Serienummer

Een unieke code die wordt toegekend aan een individueel product om het te kunnen traceren door de hele supply chain. In tegenstelling tot batch- en lotnummers, die op groepen producten slaan, is een serienummer altijd uniek per eenheid.

Slotting optimization

Het strategisch plaatsen van producten in het magazijn op basis van omloopsnelheid en vraag.

SKU (Stock Keeping Unit)

Unieke code om voorraadvarianten bij te houden.

SSCC-label

Een label dat de Serial Shipping Container Code (SSCC) bevat, gebruikt om verzendcontainers zoals pallets of andere grotere eenheden te identificeren. Het SSCC-label wordt meestal in de vorm van een barcode of QR-code op de buitenkant van de container geplaatst, zodat het gemakkelijk gescand en gevolgd kan worden door de supply chain. Het label bevat de unieke SSCC-code die essentieel is voor het traceren van de container tijdens verzending, ontvangst en verdere logistieke processen.

Supply chain

Het volledige proces van productie, opslag, transport en levering van goederen.

T – begrippen

Third-Party Logistics (3PL)

Uitbesteding van logistieke processen aan een externe partner.

TMS (Transport Management System)

Software voor het plannen en optimaliseren van transport.

Track & Trace (bij Recalls)

Een systeem voor het nauwkeurig traceren van producten in de supply chain, van productie tot eindgebruiker. Dit is essentieel bij productrecalls, waarbij bedrijven snel kunnen achterhalen welke producten zijn getroffen, waar ze zich bevinden en wie ze heeft ontvangen. Dit helpt om snel en effectief maatregelen te nemen, zoals het informeren van klanten, terugroepen van producten en het minimaliseren van risico’s voor gezondheid en veiligheid.

U – begrippen

V – begrippen

Value-Added Services (VAS)

Extra magazijndiensten, zoals etikettering, verpakken, omplakken en assemblage.

Voorraadverlies (Shrinkage)

Beschadigde, gestolen of verloren goederen.

Voorraad potentieel

Hoeveelheid voorraad die beschikbaar is voor nieuwe bestellingen, rekening houdend met bestaande orders.

W – begrippen

Wave picking

Wavepicking is een geavanceerde orderverzamelstrategie waarbij orders in “golven” (waves) worden verwerkt op basis van verzendprioriteit, productcategorie, of transportroute. De golven worden meestal gecoördineerd door het Warehouse Management System (WMS), en het doel is om de efficiëntie van het pickingproces te maximaliseren door orders te groeperen die tegelijkertijd verwerkt kunnen worden.

WMS (Warehouse Management System)

Software voor het beheren en optimaliseren van magazijnprocessen.

X – begrippen

Y – begrippen

Z – begrippen

Zone picking

Zonepicking is een orderverzamelstrategie waarbij een magazijn is verdeeld in verschillende zones, en elke picker verantwoordelijk is voor het verzamelen van producten binnen zijn of haar toegewezen zone. Dit kan helpen de efficiëntie te verhogen, vooral in grote magazijnen, omdat het de loopafstanden minimaliseert.

Heeft u een vraag / opmerking of wilt u een demo aanvragen?

Wilt u weten welke mogelijkheden Webstock kan bieden voor uw organisatie? Neem contact met ons op voor een vrijblijvende demonstratie.